RIZIV: "Niet wij beslissen over budget"
In een open brief klaagt BVAS-ABSyM het opschorten van terugbetaling van teleconsultaties aan. Het RIZIV kaatst de bal echter terug.
Artsenkrantberichtte al eerder dat het Verzekeringscomité van het RIZIV op maandag 7 oktober een voorstel voor budget 2025 goedkeurde. Hierin wordt het honorarium voor teleconsultaties wordt opgeschort als één van de maatregelen om het budget in evenwicht te brengen.
In een open brief aan minister Frank Vandenbroucke en aan Mickaël Daubie, voorzitter van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen, klaagt BVAS-ABSyM deze opschorting aan. Het syndicaat vindt dat geleverde prestaties die vanuit medisch oogpunt verantwoord zijn, eerlijk vergoed moeten worden.
"Telefonische consultaties zijn een goed voorbeeld, omdat ze in een medische behoefte voorzien. Het aantal contacten tussen patiënten en artsen is de keuze van de patiënt, niet van de arts, tenzij een medische follow-up noodzakelijk is voor het welzijn van de patiënt. Artsen zijn niet verantwoordelijk voor contactverzoeken van patiënten."
Verhoging remgeld
BVAS-ABSyM wijst er ook op dat het budget voor raadplegingen, bezoeken en teleconsulten in de huisartsengeneeskunde trager stijgt dan de index en de groeinorm. Het schrappen van teleconsultaties is volgens BVAS-ABSyM ook onrechtvaardig tegenover 'prestatieartsen' - bij New Deal praktijken en forfaitaire praktijken zijn teleconsultaties inbegrepen in de forfaits.
Het syndicaat stelt voor om het remgeld voor niet-VT's met 1 euro te verhogen. Dat bedrag is vastgelegd in een koninklijk besluit dat 20 jaar oud is en werd nooit geïndexeerd. Een verhoging met 1 euro zou 50 à 60 miljoen euro kunnen opleveren.
RIZIV: "Niet wij beslissen over budget"
In een antwoord op de open brief spreekt Mickäel Daubie, de voorzitter van de 'medicomut', zich niet uit over de grond van de zaak, maar wijst hij op de procedures. "Dit voorstel [om de honoraria voor teleconsults op te schorten, n.v.d.r.] komt voort uit discussies die de verzekeraars hebben gevoerd met vertegenwoordigers van elke sector, waaronder de medische syndicaten. Voor zover ik weet heeft geen enkel lid van het RIZIV daaraan deelgenomen. En zelfs als ze dat wel hadden gedaan, dan was het in de rol van waarnemer."
Daubie wijst er ook op dat geen enkele ambtenaar van het RIZIV lid is van het Verzekeringscomité dat, naast de voorzitter, bestaat uit 22 leden die de verzekeraars vertegenwoordigen en 22 leden die de zorgverleners vertegenwoordigen. Het Verzekeringscomité heeft het begrotingsvoorstel voor 2025 quasi unaniem goedgekeurd. Evenmin zijn ambtenaren van het RIZIV lid van de Algemene Raad, die naast de voorzitter uit vier banken bestaat: de regering, de verzekeraars, de werkgevers en de werknemers.
"Het RIZIV beslist met andere woorden nergens over in het begrotingsproces. Het RIZIV ondersteunt en faciliteert dit proces. Ik denk dat het legitiem is dat u in uw toekomstige communicatie rekening houdt met deze wettelijke rol van het RIZIV", besluit Daubie.
