Hervorming van de revalidatieziekenhuizen
Vlaams Parlementslid Sarah Smeyers (N-VA) stelde een schriftelijke vraag aan Vlaams minister voor welzijn Gennez over de aangekondigde hervorming van de revalidatieziekenhuizen.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, voorzitter VITAZ
In haar vraag verwees Smeyers naar de volgende passage in het Vlaams regeringsakkoord: “we hervormen het revalidatielandschap in samenspraak met de sector en de federale overheid, waarbij we een duidelijke rol bepalen voor de revalidatieziekenhuizen” en verbond daar een vijftal vragen aan.
Reeds gezette stappen
Op de vraag welke stappen de Vlaamse Regering reeds heeft gezet om de hervorming te realiseren antwoordde de minister dat er sinds de opstart van het kabinet actief overleg is geweest met een aantal stakeholders binnen de sector van zowel de revalidatieziekenhuizen als revalidatieartsen. Het dossier is ook besproken met federaal minister Frank Vandenbroucke.
Verwachte timing
Wat de timing voor de hervorming betreft, stelde de minister dat die wordt bepaald door de tijd die nodig is voor het doorlopen van de verschillende deelprojecten. Aan een inmiddels opgerichte Vlaamse stuurgroep van experts heeft de minister de opdracht gegeven om uiterlijk tegen de zomer van 2026 met een uitgewerkt plan van aanpak te komen.
Afspraken met de federale overheid
Gezien de specifieke bevoegdheidsverdeling loopt er een tweesporentraject. Naast de Vlaamse werkgroep zal een interfederale werkgroep worden opgericht voor de hervorming van het revalidatielandschap in België. Uiteraard zijn beide groepen nauw aan elkaar gelinkt en zal dubbelwerk vermeden worden, aldus minister Gennez.
Een van de eerste taken van de Vlaamse stuurgroep is het bepalen van de items waarvoor afspraken nodig zijn tussen de verschillende overheden. Dit zal de inhoud van een samenwerkingsakkoord bepalen.
Programmatie van het aantal revalidatiebedden
Op de vraag naar een eventuele herziening van het aantal revalidatiebedden, antwoordde de minister dat de nood aan bijkomende revalidatiebedden pas zal blijken na onderzoek. Eens duidelijk is welk type van revalidatie in welk bed nodig is, kan op basis van prevalentie de behoefte worden bepaald.
Binnen het hervormingstraject zal ook het oneigenlijk gebruik van de revalidatiebedden worden onderzocht. Op basis van deze analyse zal de benodigde capaciteit op Vlaams niveau ter bespreking worden meegenomen in de federale werkgroep.