Samenwerking tussen ziekenhuizen: stand van zaken in Vlaanderen
Vlaams Parlementslid Sarah Smeyers (N-VA) stelde een schriftelijke parlementaire vraag aan minister Caroline Gennez over de stand van zaken van de samenwerking tussen ziekenhuizen.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, voorzitter VITAZ
De aanleiding voor deze vraag was de volgende operationele doelstelling in de beleidsnota van de minister: “We evalueren de samenstelling en werking van de huidige Vlaamse ziekenhuisnetwerken en maken samen met alle relevante actoren werk van een betere samenwerking en integratie in het zorggebied, met onder andere de eerstelijn en de geestelijke gezondheidszorg en baseren daar ook de VIPA financiering op.” Hieronder volgt het antwoord van de minister.
Tijdspad voor de evaluatie
Op initiatief van de IMC Volksgezondheid werd een interfederale expertengroep opgestart die zich buigt over het ziekenhuislandschap van de toekomst. Eind 2025 dient deze expertengroep een rapport voor te leggen omtrent de werking en samenwerking van ziekenhuizen. O.a. op basis daarvan zal een evaluatie van de ziekenhuisnetwerken gebeuren, met het oog op een betere samenwerking tussen ziekenhuizen.
Betrekken van de eerstelijn en de geestelijke gezondheidszorg
De eerstelijnszorg en de geestelijke gezondheidszorg zullen verder betrokken worden bij deze oefening. In de huidige evaluatie van de regionale zorgstrategische plannen van de ziekenhuisnetwerken is de samenwerking met de eerstelijnszorg en de geestelijke gezondheidszorg een verplicht te beschrijven item. Dit werd ook besproken bij de evaluatie van de zorgstrategische plannen door de zorgstrategische commissie.
Afstemming VIPA-subsidies
Subsidie voor infrastructuurwerken vanuit VIPA wordt op vandaag al beoordeeld op conformiteit met de regionale zorgstrategische visie van het ziekenhuisnetwerk. Bouwwerken moeten passen binnen het zorgaanbod zoals het door het ziekenhuisnetwerk zal worden aangeboden en rekening houden met de afbouw van acute bedden zoals bepaald in het regionaal zorgstrategisch plan. Deze evaluatie zal, ook na eventuele hervorming van de ziekenhuisnetwerken en een geactualiseerde visie van het zorgaanbod, verder worden gezet.
Hindernissen voor de samenwerking
Er is geen exhaustieve inventaris van hindernissen voor een doorgedreven samenwerking. Het is wel duidelijk dat de regelgeving gedateerd is en zal aangepast moeten worden, eens duidelijk is hoe de hervorming geconcretiseerd zal worden. Hieruit blijkt opnieuw het belang van de opgerichte werkgroep van het IMC.
Nieuwe erkenningsnormen voor de netwerken
Het organiseren van samenwerking tussen ziekenhuizen vormt een belangrijk aandachtspunt, met als doel de kwaliteit en efficiëntie van de zorg te verbeteren, en daarbij het evenwicht te bewaren tussen geografische toegankelijkheid en zorgconcentratie. Of en welke normen hiervoor moeten worden aangepast, zal moeten blijken uit de lopende oefening.