Internationale Dag van het Bedplassen
Potjestraining mag geen race tegen de klok zijn
In aanloop naar de Internationale Dag van het Bedplassen op 31 mei roepen kinderartsen van het UZ Gent op om potjestraining af te stemmen op de individuele ontwikkeling van het kind.
Filip Ceulemans

Zindelijkheid is een complex proces. Sommige kinderen zijn volledig zindelijk op hun 2,5 jaar, anderen niet. De controle van de blaas en darmen is afhankelijk van de ontwikkeling van de hersenen en het lichaam van een kind. “Een kind moet leren voelen dat de blaas of darm vol zit, die impulsen begrijpen en actief beheersen”, legt kindernefroloog prof. Lien Dossche uit. “Daarvoor zijn niet alleen motivatie en begrip nodig, maar ook voldoende lichamelijke ontwikkeling. Het kind moet er klaar voor zijn.”
De cijfers tonen aan dat er grote verschillen bestaan in het moment waarop een kind zindelijk is. Op 1,5 jaar beginnen kinderen ontlasting als iets vies te beschouwen en een jaar later neemt de belangstelling voor ontlasting af. Op driejarige leeftijd is 50% van de kinderen zindelijk voor ontlasting, op vijfjarige leeftijd is dat 98%.
Meisjes en jongens
Bij de zindelijkheid voor urine overdag bestaan er grote verschillen tussen jongens en meisjes. Op de leeftijd van twee jaar is 43% van de jongens zindelijk en al 61% van de meisjes. Op een leeftijd van drie jaar is de kloof kleiner met respectievelijk 87% en 92% en vanaf vier jaar zijn er meer jongens dan meisjes zindelijk (96% tegenover 95%). Op een leeftijd van vijf jaar is dat respectievelijk 97% en 94%.
Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen ritme, zowel binnen het spectrum van een normale ontwikkeling als bij kinderen met een vertraagde motorische ontwikkeling. Bij bedplassen wordt vaak gefocust op het moment dat de kinderen naar de kleuterschool gaan. “In plaats van enkel te focussen op de schoolstart, kijken ouders beter naar signalen van het kind. Pas als je kind er klaar voor is, lukt het echt en vaak sneller dan je denkt”, geeft Dossche als goede raad mee.
Signalen
“De helft van de Vlaamse ouders start de potjestraining met veel spanning omdat de eerste schooldag nadert”, merkt prof. Dossche op. “Veel kinderen zullen er op dat moment klaar voor zijn, maar een schoolstart mag je niet voornemen op de ontwikkeling van je kind.” Het is belangrijk de potjestraining te starten wanneer het kind signalen geeft er klaar voor te zijn:
- Het kind is fysiek in staat om op een potje te gaan zitten en weer recht te staan.
- Het kind begrijpt de termen (of gebaren) voor plassen en stoelgang maken.
- Het kind kan zelf aangeven dat het geplast heeft, stoelgang heeft gemaakt of de luier vies vindt.
- Het kind krijgt interesse in het potje en wil het proberen.
- Het kind kan overdag gedurende enkele uren een droge luier hebben.
- Het kind kan enkele minuten de aandacht bij een taakje houden.
- Het kind heeft een ontwikkelingsleeftijd van minimaal 18 maanden.
Een zindelijkheidstraining forceren bij een kind dat er nog niet klaar voor is, kan de gezondheid van het kind schaden. Het kind kan de blaas en bekkenbodemspieren verkeerd gebruiken en zo op lange termijn problemen ontwikkelen bij het urineren. Dat kan leiden tot blaas- of urinewegontstekingen. Ook tonen studies dat een te vroege start kan leiden tot ophoudgedrag voor stoelgang en chronische constipatie.