Provinciale raad legt lichtste sanctie op

Arts krijgt tuchtsanctie voor afleveren welwillendheidsattest

De provinciale raad van de Orde der artsen van West-Vlaanderen legde de tuchtsanctie van de waarschuwing op aan een arts die een welwillendheidsattest had afgeleverd voor een leerlinge die op reis vertrok.

Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex voorzitter VITAZ

Tegen de arts was bij de provinciale raad een klacht ingediend wegens vermoeden van uitschrijven van een welwillendheidsattest. Het betrof een afwezigheidsattest op naam van een leerlinge waarbij ze 100% onbekwaam werd gevonden om lessen te volgen wegens familiale redenen.

Het attest werd door de schooldirectie niet aanvaard om de afwezigheid te wettigen. De ouders hadden namelijk voorafgaandelijk meegedeeld hoe de vork in de steel zat: de afwezigheid van één week was nodig om met het gezin een reis te kunnen maken. Anders zou de leerlinge die week alleen thuis moeten blijven.

De schooldirecteur vond het vervelend dit te signaleren, daar de ouders geen drogredenen hadden aangevoerd, maar was van mening dat het niet correct was dat in een dergelijke casus een doktersattest wordt uitgeschreven.

De verdediging

Uit de schriftelijke uitleg die de provinciale raad bij de betrokken arts had opgevraagd, bleek dat de vader van de leerling hem had misleid. De vader had beweerd dat de school zelf om een afwezigheidsattest had gevraagd wegens familiale redenen, wat echter niet het geval was.

De arts besefte dat hij het attest lichtzinnig had opgesteld en dat hij beter eerst contact had opgenomen met de school om de echtheid van het verhaal te achterhalen.

Hij kon zich akkoord verklaren met de visie van de directeur dat het hier een welwillendheidsattest betrof. Hij was te licht omgegaan met de feiten, wat verkeerd was.

Een arts mag nooit een medisch attest voor schoolverzuim opstellen om niet-medische redenen zoals een familievakantie.

Het oordeel van de provinciale raad

De provinciale raad oordeelde dat de deontologische tekortkoming in hoofde van de arts  bewezen was. Bij het bepalen van de sanctie hield de raad rekening met de aard en de ernst van de inbreuk en met de concrete omstandigheden en de context waarbinnen deze inbreuk zich heeft gesitueerd. De raad had begrip voor de verzachtende omstandigheden die de arts aanhaalde, namelijk de leugenachtige verklaring van de vader.

Daarnaast wees de voorzitter van de provinciale raad de arts erop dat het opmaken van een attest uit welwillendheid gelijk kan staan met het opzettelijk schrijven van valse attesten, wat kan leiden tot strafrechtelijke en disciplinaire vervolging.

De voorzitter verwees naar de website van de nationale raad van de Orde, meer bepaald naar FAQ 3.6. ‘Medisch attest voor afwezigheid op school’. Een arts mag nooit een medisch attest voor schoolverzuim opstellen om niet-medische redenen zoals een familievakantie.

Om de arts het ontoelaatbare van zijn handelen te doen inzien en om hem aan te zetten in de toekomst een andere houding aan te nemen, was de provinciale raad van mening dat de tuchtstraf van de waarschuwing zich opdrong. Dat is de lichtste tuchtstraf.

De uitspraak verscheen in Qratio, tijdschrift van de provinciale raad, 2025, nr.4, 11-12.