Colorectale kanker: verrassende link met darmflora en calcium
Vorsers van de Universiteit van New York hebben het DNA van bacteriën onderzocht in stoelgangmonsters van 47 patiënten met colorectale kanker en 94 gezonde personen. Na correctie voor verschillende persoonlijke risicofactoren (leeftijd, geslacht, gewicht, rookgedrag) hebben ze de structuur en de genetische verschillen van de microbiota van de proefpersonen geanalyseerd.
Resultaat: de stoelgang van patiënten met colorectale kanker bevatte minder Clostridia. Bepaalde bacteriën van die familie fermenteren voedingsvezels tot boterzuur, een stof die de ontsteking en de carcinogenese in het colon zou remmen. De stoelgang van de patiënten met colorectale kanker bevatte voorts vier maal meer Fusobacterium en vijfmaal meer Porphyromonas dan die van de controlepersonen. Die twee bacteriën veroorzaken ontstekingsverschijnselen in het maag-darmkanaal.
De darmflora was dus minder gevarieerd bij de kankerpatiënten. Het zou dan ook volstaan de microbiota weer in evenwicht te brengen met een geschikte voeding om het risico op colonkanker bij sommige patiënten gevoelig te verlagen.
Een groep van de Universiteit van Michigan heeft overigens toevallig bij zebravisjes een nieuw mechanisme van cellulaire signalisatie ontdekt dat wijst op een link tussen calciumtekort en het risico op ontwikkeling van colonkanker.
(referenties: Journal of the National Cancer Institute, 6 december 2013, DOI: 10.1093/jnci/djt300, et Cell Death & Differentiation, 13 december 2013, DOI:10.1038/cdd.2013.177)