Advies Orde van artsen over verkoop van niet-medische producten
In zijn vergadering van 25 april 2025 heeft de nationale raad van de Orde der artsen onderzocht of een arts schoonheids- en gezondheidsproducten mag verkopen die geen geneesmiddelen of medische hulpmiddelen zijn.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, voorzitter VITAZ
De nationale raad wijst er in zijn advies op dat de arts zich in het kader van de zorgrelatie uitsluitend beperkt tot de uitoefening van de geneeskunde zoals deze geregeld is door de wet en de medische deontologie.
Het verkopen van om het even welke producten hoort hier niet thuis.
Wel buiten medische activiteiten
Buiten zijn medische activiteit staat het de arts vrij om andere professionele projecten te ontwikkelen.
Hij handhaaft daarbij een strikte scheiding tussen zijn medische en niet-medische activiteiten, zodat er bij zijn patiënten en derden geenszins verwarring ontstaat over de activiteiten die niet onder de geneeskunst vallen.
De arts handelt zodanig dat er geen twijfel ontstaat over zijn professionele onafhankelijkheid en over het feit dat de therapeutische indicatie en de zorg die hij voorstelt ingegeven zijn door de gezondheid van de patiënt en niet door het streven naar persoonlijk gewin.
Deontologie van de arts
Wat betreft geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, verwijst de nationale raad naar artikel 34 van de Code van medische deontologie en het bijbehorende commentaar.
Artikel 34 bepaalt dat de arts de belangen van de patiënt en van de maatschappij stelt boven zijn eigen financiële belangen. De arts verkoopt of produceert geen geneesmiddelen, behoudens wettelijke uitzonderingen. Hij verkoopt, verhuurt noch promoot medische hulpmiddelen of gezondheidsproducten.